BERICHT, 24 november 2016
De Tweede Kamer heeft gisteren een wetsvoorstel aangenomen waarin gezichtsbedekking in het openbaar vervoer, het onderwijs, de zorg en overheidsgebouwen zal worden verboden. Het voorstel heeft de aandacht van velen getrokken.
Publieke instellingen hebben al regels
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) vindt dat de wijze waarop mensen zich kleden niet moet worden bepaald bij een wet. Een Franse toestand moeten wij hier niet hebben.
De meeste publieke instellingen hebben dit vraagstuk al geregeld. Ze hebben bijvoorbeeld het beleid dat bij het betreden van een gebouw iemand met gezichtsbedekking deze verwijdert. Dat wordt ook opgevolgd want tot nu toe zijn er geen incidenten bekend. Wij vragen ons daarom ook af, of dit wetsvoorstel iets significants toevoegt aan de praktijk en welk nijpend probleem het in de samenleving daadwerkelijk gaat oplossen.
Negatieve associaties
Wij hebben de minister afgeraden om het een ‘boerkaverbod’ te noemen en deze suggestie is ook overgenomen. Toch lijkt het ons dat het voorstel in samenhang moet worden gezien met de aanstaande verkiezingen en in dat licht vooral en symbolische werking heeft.
Het gaat om een zeer kleine groep vrouwen die zich volledig bedekken. Verschillende kampen gebruiken dit om kracht bij te zetten bij hun eigen opvattingen en waardeoordelen waarbij de ‘boerka’ sterk wordt geassocieerd met ‘angst’ en een ‘gevoel van onveiligheid’. Wij vinden het bijzonder jammer dat de islam en moslims te vaak met dit soort negatieve associaties en framing te maken hebben. Dit heeft tot gevolg dat moslims in Nederland te vaak worden gezien als een ‘problematische vraagstuk’. Het CMO zet zich in om met een alternatieve verhaal te komen, mede om gevoelens van angst en onveiligheid weg te nemen.
Nuancering
Het onlangs in de media naar voren gekomen beeld dat het CMO ontegenzeggelijk een ‘boerkaverbod’ zou steunen klopt niet en behoeft nuancering.
Voor meer informatie en vragen: info@cmoweb.nl